Onze één na laatste dag in Budapest! Vandaag hadden we nog iets nieuws op het programma staan; we wilden graag nog naar de Citadel. Daarvoor zouden we een eindje de berg op moeten klimmen, maar dat vonden we niet erg. Ook al zou het vandaag wel 34 graden worden, we besloten het toch te doen.
Na het ontbijt gingen we op weg. Deze keer moesten we met een metro die compleet nieuw is. Het is een prachtige, nieuwe, moderne metrolijn, we wisten niet wat we zagen! Daar kunnen ze in Nederland nog wel wat van leren...
Eenmaal uitgestapt kwamen we uit bij de Vrijheidsbrug, weer zo'n mooie brug die Boeda en Pest met elkaar verbindt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was deze brug totaal verwoest, maar daarna is de brug weer opgebouwd.
We moesten de brug oversteken om bij de Citadel te komen. Maar we waren nog niet eens op de helft van de brug, of we waren al oververhit. Wat was het heet! Eenmaal aan de overkant zochten we snel een schaduwplekje. Dit vonden we bij de Grotkerk; een kerk, deels gebouwd in en deels aan een berg. Mooi, maar ook een beetje creepy.
We wisten niet helemaal waar we heen moesten, maar er liepen veel toeristen via een pad de berg op. We gingen ervan uit dat zij ook naar de Citadel gingen, dus we besloten ze maar achterna te lopen. Het pad werd steeds steiler, er kwamen steeds meer trappetjes en het werd steeds warmer. Hoe hoger we kwamen, hoe minder schaduw er was, hoe heter het werd. Het zweet droop van onze ruggen, elke stap werd zwaarder, binnen een mum van tijd waren onze flesjes drinken leeg...
Zwaar ademend, zwetend en oververhit klommen we steeds verder de berg op. Nog een trap, nog een bocht, hé schaduw, even rusten, wat een uitzicht hè, ja prachtig, en weer verder. Maar uiteindelijk, na een hele klim, kwam de laatste trap in zicht.
Eenmaal boven zochten we heel snel een stuk schaduw (wat moeilijk was want daar stonden meer toeristen uit te puffen). Na een paar minuten klopten onze harten weer in een normaal tempo, we konden er weer even tegenaan. De Citadel was mooi, maar we waren zo kapot van de klim dat we het niet helemaal tot ons door lieten dringen. We liepen wat rond, sprongen van schaduwplek naar schaduwplek en maakten wat foto's.
Na een tijdje begonnen we aan de weg terug naar beneden. Het leek ons wel leuk om een andere route te nemen. Onderweg naar boven hadden we verschillende paden gezien, dus we gingen ergens anders naar beneden. Het pad dat we kozen had veel meer schaduw. En naar beneden lopen was ook een stuk minder vermoeiend.
Op een gegeven moment kwamen we bij een splitsing. Links liep de weg gewoon af, rechts waren trappetjes. We kozen voor de trappen. Dat leek ons wel wat makkelijker. Al kletsend liepen we verder, tot het asfalt opeens ophield. Er liep wel een pad verder, maar geen asfalt. Zand en stenen, steeds meer begroeiing, zaten we nog wel goed? Het pad werd steeds onherbergzamer!
Uiteindelijk draaiden we een hoek om, en tot onze schrik zagen we trappen. Omhoog. In de volle zon. We moesten weer omhoog...
Gelukkig kwamen we na een hele hoop trappen omhoog weer op het pad uit wat naar beneden liep. Beneden aangekomen waren we uitgeput. We staken de Vrijheidsbrug weer over, doken een metro in, kochten nog een grote fles drinken en zijn in het hotel op bed gaan liggen. Wat een klim!
's Avonds zijn we de stad weer in gegaan. We hadden gelukkig weer wat energie gekregen. We hebben heerlijk gegeten bij Mini Bar Budapest, een Mini Cooper Restaurant. Langzamerhand werd het donker en hebben we nog een stuk door het centrum gewandeld. We liepen richting de Kettingbrug en zagen overal prachtige lampjes. Budapest by night. Het Boedapaleis, het Vissersbastion, het Parlementsgebouw en alle bruggen waren prachtig met allerlei lichtjes versierd. Budapest is een prachtige stad.
Al met al hebben we deze dag 22.549 stappen gezet en dus 14,9 km gelopen.
Na het ontbijt gingen we op weg. Deze keer moesten we met een metro die compleet nieuw is. Het is een prachtige, nieuwe, moderne metrolijn, we wisten niet wat we zagen! Daar kunnen ze in Nederland nog wel wat van leren...
Eenmaal uitgestapt kwamen we uit bij de Vrijheidsbrug, weer zo'n mooie brug die Boeda en Pest met elkaar verbindt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was deze brug totaal verwoest, maar daarna is de brug weer opgebouwd.
We moesten de brug oversteken om bij de Citadel te komen. Maar we waren nog niet eens op de helft van de brug, of we waren al oververhit. Wat was het heet! Eenmaal aan de overkant zochten we snel een schaduwplekje. Dit vonden we bij de Grotkerk; een kerk, deels gebouwd in en deels aan een berg. Mooi, maar ook een beetje creepy.
We wisten niet helemaal waar we heen moesten, maar er liepen veel toeristen via een pad de berg op. We gingen ervan uit dat zij ook naar de Citadel gingen, dus we besloten ze maar achterna te lopen. Het pad werd steeds steiler, er kwamen steeds meer trappetjes en het werd steeds warmer. Hoe hoger we kwamen, hoe minder schaduw er was, hoe heter het werd. Het zweet droop van onze ruggen, elke stap werd zwaarder, binnen een mum van tijd waren onze flesjes drinken leeg...
Zwaar ademend, zwetend en oververhit klommen we steeds verder de berg op. Nog een trap, nog een bocht, hé schaduw, even rusten, wat een uitzicht hè, ja prachtig, en weer verder. Maar uiteindelijk, na een hele klim, kwam de laatste trap in zicht.
Eenmaal boven zochten we heel snel een stuk schaduw (wat moeilijk was want daar stonden meer toeristen uit te puffen). Na een paar minuten klopten onze harten weer in een normaal tempo, we konden er weer even tegenaan. De Citadel was mooi, maar we waren zo kapot van de klim dat we het niet helemaal tot ons door lieten dringen. We liepen wat rond, sprongen van schaduwplek naar schaduwplek en maakten wat foto's.
Na een tijdje begonnen we aan de weg terug naar beneden. Het leek ons wel leuk om een andere route te nemen. Onderweg naar boven hadden we verschillende paden gezien, dus we gingen ergens anders naar beneden. Het pad dat we kozen had veel meer schaduw. En naar beneden lopen was ook een stuk minder vermoeiend.
Op een gegeven moment kwamen we bij een splitsing. Links liep de weg gewoon af, rechts waren trappetjes. We kozen voor de trappen. Dat leek ons wel wat makkelijker. Al kletsend liepen we verder, tot het asfalt opeens ophield. Er liep wel een pad verder, maar geen asfalt. Zand en stenen, steeds meer begroeiing, zaten we nog wel goed? Het pad werd steeds onherbergzamer!
Uiteindelijk draaiden we een hoek om, en tot onze schrik zagen we trappen. Omhoog. In de volle zon. We moesten weer omhoog...
Gelukkig kwamen we na een hele hoop trappen omhoog weer op het pad uit wat naar beneden liep. Beneden aangekomen waren we uitgeput. We staken de Vrijheidsbrug weer over, doken een metro in, kochten nog een grote fles drinken en zijn in het hotel op bed gaan liggen. Wat een klim!
's Avonds zijn we de stad weer in gegaan. We hadden gelukkig weer wat energie gekregen. We hebben heerlijk gegeten bij Mini Bar Budapest, een Mini Cooper Restaurant. Langzamerhand werd het donker en hebben we nog een stuk door het centrum gewandeld. We liepen richting de Kettingbrug en zagen overal prachtige lampjes. Budapest by night. Het Boedapaleis, het Vissersbastion, het Parlementsgebouw en alle bruggen waren prachtig met allerlei lichtjes versierd. Budapest is een prachtige stad.
Al met al hebben we deze dag 22.549 stappen gezet en dus 14,9 km gelopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten