Het is geen verrassing meer: we stonden weer heel vroeg op. Nu reden we zelfs voor zevenen weg: om 06:55 uur precies! Na tien minuutjes waren we het park uit, onderweg naar de laatste safari bestemming: Masai Mara.
De laatste 50 kilometer waren vreselijk: de weg werd daar ontzettend slecht! We hebben slechte wegen gehad, maar dit sloeg echt alles! Ik heb mezelf vastgedrukt in de stoel en dingen gezocht waar ik me aan vast kon houden. Angstvallig probeer je om je hoofd, schouder of knie niet keihard te stoten... En de chauffeur lijkt nergens last van te hebben! Dat die busjes nog heel zijn na zo'n week! Niet te geloven!
Ik was zo blij dat ik het bordje zag waarop stond: Mara Sopa Lodge, 1 km. Ik was zo blij dat we stilstonden en dat ik uit mocht stappen! Toen ik liep, wiebelde ik nog na van de waanzinnig hobbelige rit. Het complex was weer prachtig! Losstaande huisjes, tegen de berg aan gebouwd. Mooi onderhouden, goede paden, mooie bloemen, mooi zwembad... Heerlijk!
Om 16:00 uur was het weer tijd om dieren te gaan zoeken! Eerst weer over zo'n fijne massage weg, maar daarna het gelukkig beter! In het begin zagen we vooral veel kuddes met koeien en geiten. Er leven in het Masai Mara Reserve ook erg veel Masai en andere kleine stammen. Daarna zagen we zebra's, met twee babyzebra's! Schattig! Die kleintjes staan al net zo hoog op de poten als de volwassen zebra's. Dat heeft (uiteraard) een reden! Wanneer er een leeuw op de loer ligt, ziet hij niet of het een kleintje of een volwassen dier is, want de poten zijn even lang. Slim hè?!
Het Masai Mara Reserve staat er om deze tijd om bekend dat er ontzettend veel gnoes zijn. Die komen vanaf de Serengeti in Tanzania, over de Mara River naar het reservaat in Kenia, achter de regen aan. Alleen was het nu al in Tanzania gaan regenen, waardoor de hoeveelheid gnoes wel mee viel. Waarom verder lopen terwijl het dichterbij al regent? Slimme beesten. De Great Migration was dus niet zo Great, maar we hebben wel veel gnoes gezien.
Toen kreeg J.C. een melding: er waren leeuwen gespot! Als een kamikazepiloot reed hij richting de doorgegeven plek. En... daar was de rest van de wereld ook. Er stonden wel 60 busjes rond de plek waar de leeuwen moesten liggen. Dat vond ik wel heel erg jammer om te zien.
Na wat geschuif en geprop kon onze chauffeur zich er tussen wringen zodat wij de leeuwen ook konden zien. Ze lagen lekker te luieren in het hoge gras. Omdat het steeds maar drukker werd, en andere busjes steeds meer begonnen te dringen, zeiden we tegen J.C. dat hij wel verder kon rijden. We gingen op zoek naar onze eigen leeuwen!
Dit reservaat was echt prachtig. Het is een heel afwisselend landschap: heuvels, open vlaktes, hoog gras en droge plekken. Vanaf de heuvels heb je ook een super mooi uitzicht. In de verte zagen we donkere wolken, de zon ging al onder dus werd het wel tijd om terug te gaan.
Door de hobbelige wegen heb ik van deze dag niet heel veel op kunnen schrijven, en door de drukte bij de leeuwen hebben we verder niet zoveel gezien. Daarom heb ik nog wat leuke weetjes!
Je ziet op de open vlaktes dat de dieren vaak op een bepaalde plek staan. Daar is het gras ook helemaal kort, dat is allemaal opgegeten. Terwijl een stuk verderop het gras een meter hoog kan zijn. Toch gaan de dieren daar niet grazen. Dat komt doordat ze 'ruiken' of 'voelen' dat er daar minder voedingsstoffen in het gras zit. Maar hoe komen er op de ene plek dan wel voedingsstoffen in de grond, en op de andere plek niet?
Het werkt in een cirkel. Op de open vlaktes waar het gras heel kort is wordt veel gejaagd door leeuwen, luipaarden en cheetahs. Wanneer ze daar een dier doden, eten ze op wat ze willen eten en de rest van het kadaver blijft liggen. Dan komen er nog hyena's of gieren, maar de rest wordt opgeruimd door insecten en de natuur zelf. Zo komen er ook allerlei mineralen en andere voedingsstoffen in de grond. Dan komen er nieuwe beesten grazen, omdat de grond daar rijk is aan vitamines etc., deze worden weer gedood door leeuwen, en zo is het cirkeltje rond. Wat werkt de natuur toch prachtig, hè?
Hetzelfde principe geldt voor de drinkpoelen waar olifanten, buffels en andere dieren komen drinken. Nadat ze gedronken hebben, doen ze hun behoeften in het water. Zo zorgen ze er niet alleen voor dat de drinkplaats blijft bestaan en dat ze dus altijd plekken weten waar ze kunnen drinken, ook zo komen er mineralen, vitamines en andere voedingsstoffen in het water. Alle dieren die daar drinken krijgen op die manier hun vitamines binnen. Ze rollen vaak ook in de modder, want dat is weer goed voor hun huid en vacht. Zo'n drinkpoel is dus eigenlijk een soort apotheek.
Het laatste weetje van dit artikel: gemiddeld krijgen neushoornvrouwtjes zo'n drie jongen in hun hele leven. Het eerste jong krijg zo'n mooie hoorn op zijn neus, waarmee hij tijdens het drinken bij moeders een wond maakt op haar buik. Hier herstelt ze na een tijdje wel weer van. Jong nummer twee maakt tijdens het drinken die wond echter weer open. Niet heel fijn, maar toch herstelt ze hier ook nog wel van. Maar bij jong nummer drie gaat die wond weer open. Vaak komen er dan complicaties, waardoor moeder het niet overleeft. Soms krijgen ze wel meerdere jongen hoor, maar soms ook minder.
De natuur zit mooi in elkaar, wat betreft die voedingsstoffen en zo, maar bij de neushoorns is er dan toch weer een foutje gemaakt.
Morgen mijn laatste safari verhaal! Ik verklap alvast: dat was een super geweldige mega vette dag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten